door Rolf Bosboom | pzc vrijdag 16 mei 2008 |
Het is een tentoonstelling die kan worden gezien als een artistieke knipoog naar het verleden van de Grote Kerk in Veere.Ruim vierhonderd jaar na de beeldenstorm zijn de nissen – tijdelijk – weer gevuld met sculpturen. Beelden van dertien vooraanstaande Nederlandse en Belgische kunstenaars die met hun werk, als spiegels voor de ziel, vragen oproepen zonder te streven naar eenduidige antwoorden.Met de (waarschijnlijk tweejaarlijkse) expositie mikt de Stichting Grote Kerk Veere op een breed publiek: Zeeuwen, toeristen maar vooral ook kunstliefhebbers van buiten de provincie. De kerk bevestigt daarmee haar status van podium voor niet alleen muziek maar ook beeldende kunst. Nanky de Vreeze, die recent een galerie opende in Middelburg, heeft als gastcurator de kunstenaars benaderd. Bij haar recente kennismaking met de Veerse kerk was ze onder de indruk van het gebouw. ,,Ik ben katholiek van geboorte en het enige wat ik miste waren de beelden in die nissen. “Het is een indrukwekkend gezelschap kunstenaars dat ze, dankzij haar ruime contacten, bij elkaar heeft weten te krijgen. Onder hen zijn vier Zeeuwen: Piet Dieleman, Bert Frijns, Arie Berkulin en Anne-Marie van Sprang. De grootste naam is Panamarenko, van wie Batopillo (2005) is te zien, een verbeelding van het – vergeefse – menselijke streven om zich los te maken van het aardse bestaan.Hoe groot de meeste beelden ook zijn, binnen de immense dimensies van de kerk houden ze steeds een bescheiden maat. Tegelijkertijd verdrinkt de installatie Catwalk van Anne-Marie van Sprang, met vijf kleine en fragiele porseleinen beeldjes, ondanks de zeer bescheiden proporties geen moment in de ruimte. Het opvallendste werk is van Adriaan Rees, die ter plekke met behulp van honderden witte, tweedehands kledingstukken een reusachtige Madonna in textiel heeft opgebouwd. Vandaag wordt er de laatste hand aan gelegd.Bijna alle bijdragen zijn voor de gelegenheid gemaakt of van recente datum. Er is geen werk dat niet noopt tot even langer kijken en nadenken. Neem de Glass Puppets van Hans van Bentem, vijf skeletachtige figuren die aan kettingen in hun nis bungelen. Voor sommigen een fraai beeld, voor anderen een macaber tafereel. Of de fascinerende, bewegende werken van Christiaan Zwanikken met onder meer vogelschedels. De ruimte waarin zij worden getoond, krijgt het karakter van een minitheater.Bijzonder aan de tentoonstelling is dat de kunstenaars bij hun bijdrage ook een gedicht hebben uitgekozen. Gerard Reve, driemaal vertegenwoordigd, is favoriet. Piet Dieleman zocht bij zijn video-installatie (een bewegend schilderij als het ware) ook Zeeuwse poëzie: Twee piepjes van F. van Dixhoorn. Johan Claassen combineerde zijn werk (Waar ik mee bezig ben) met een gedicht van Bernlef: het verschil in geur tussen/ water en ijs op een vierkante/ millimeter en in de schaduw/ van een kinderpink// zo licht te bewaren dat het bijna/ meteen vergeten als herinnering/ in zichzelf verdwijnt-/ wat dan overblijft.’
• • • • • •