Piet Dieleman, Erik van Lieshout en Luc Tuymans:
Schildersverdriet
Schildersverdriet (Saxifraga) is de naam van een plant die volgens Herwigs tuingids bloeit van juni-juli; het ontleent zijn naam aan het feit dat “het moeilijk te schilderen en ook te fotograferen is”. Schildersverdriet is ook de titel van een foto van de kunstenaar Piet Dieleman en daarmee van de tentoonstelling in De Kabinetten van de Vleeshal.
De titel van de tentoonstelling zinspeelt tegelijk op de vermeende strijd tussen fotografie en schilderkunst; immers, volgens de gangbare theorie heeft de opkomst van de fotografie de schilderkunst geleidelijk aan losgesneden van haar wortels. Het weergeven van de werkelijkheid was van toen af aan voorbehouden aan de fotografie, het was aan de schilderkunst om andere wegen in te slaan. Daar tegenover staat dat er van het begin af aan juist talloze schilders zijn geweest die de fotografie dankbaar gebruikt hebben om hun werk verder te ontwikkelen (Degas, Breitner, Richter, Förg b.v.).
Van drie onderling zeer verschillende schilders worden in De Kabinetten van de Vleeshal foto’s getoond: van Erik van Lieshout, Piet Dieleman en Luc Tuymans. Tussen hun schilderkunstig werk is niet direct een verband te leggen; wat hen nu samenbrengt is hun fotografie die hun verschillende kunstenaarsposities eens te meer duidelijk maakt.
De foto’s van Erik van Lieshout (Deurne, 1968), Prix-de-Rome kandidaat schilderen 1999, zijn hard, brutaal en glossy. In hun overduidelijke enscenering becommentariëren zij de modefotografie en haar beelden van het gevaarlijke leven in de grote stad. In hun vorm staan deze foto’s binnen het werk van Van Lieshout op zich zelf; de kleurenkopie van het vrouwenportret sluit op het eerste oog wel meer aan bij zijn schilderkunst.
Erik van Lieshout maakte gedurende zijn academietijd foto’s en legde zich daarna lange tijd geheel toe op het schilderen. De uitnodiging voor deze tentoonstelling betekende voor hem het weer oppakken van die oude draad. Dit is de eerste keer dat zijn foto’s op een tentoonstelling te zien zijn.
Piet Dieleman (Arnemuiden, 1956) heeft naast zijn schilderen altijd gefotografeerd. Zijn zwart-wit foto’s vol landschappelijke elementen vormen het grootst denkbare contrast met die van Erik van Lieshout. Dieleman volgt het licht in al zijn wisselingen en schakeringen. Hoe het een boomstam kleurt, zich door een stalraam perst, verwaaid in het gras ligt. Afgedrukt op speciaal papier, dat wit in grijs vertaalt, en met gebruikmaking van het toeval in de donkere kamer krijgen de foto’s van Dieleman een schilderachtig karakter. Doordat hij de foto’s in nauwkeurig gerangschikte tableau’s op heeft gehangen laten zij zich ook lezen als een muzikale compositie waarin de thema’s en motieven zich gaandeweg prijsgeven. De enige keer dat Dieleman foto’s liet zien, was in 1982 bij galerie Van Krimpen, Amsterdam. Deze hernieuwde kennismaking met zijn fotografisch oeuvre geeft een verhelderend inzicht in de bronnen van zijn werk. Het functioneert bijna als een blik in zijn schetsboeken.
De foto’s van Luc Tuymans (Mortsel, 1958) zijn stills uit de films die hij in 1981 en 1982 gemaakt heeft. Zijn filmen was een poging om te ontsnappen aan de martelende vraag wat een schilderij in deze tijd nog kan betekenen. In het maart nummer De Witte Raaf (1996) heeft Luc Tuymans daar onder de titel Over het Beeld een essay over geschreven. Daarin stelt hij dat het statische beeld meer betekenissen kan genereren dan het bewegende beeld mede door zijn plaatsbepaling in de ruimte.
In de in de tentoonstelling opgenomen stills heeft Tuymans het bewegende beeld op fotografische wijze bevroren. Hun onscherpte sluit nauw aan bij zijn schilderkunstig oeuvre waarin het beeld zelf meteen onderzocht wordt in zijn onmogelijkheden om definitief te zijn. De stills wekken de indruk elk moment weer uit hun pauze-stand bevrijd te worden om zich in de beweging te verliezen.
De hier getoonde foto’s zijn ook als dia’s in het Bonnefanten museum te zien als onderdeel van de Luc Tuymans tentoonstelling.
Lex ter Braak