…….Ik wilde iets anders, was op zoek naar nieuwe mogelijkheden, ik wilde in team werken, want tot dan werkte ik alleen. Yvon Lambert was toen een belangrijk galeriehouder-hij is dat trouwens nog altijd -en we waren bevriend. In die periode was Gent de Belgische stad waar het meest te gebeuren viel. Er was het Gewad, Jan Hoet, het Gentse museum dat later het SMAK zou worden, met al zijn dynamisme en uitstraling. Maar met uitzondering van Richard Foncke die altijd op kleinere schaal heeft gewerkt, waren er in Gent niet echt galerieën. Dat is de reden waarom Yvon en ikzelf een internationale galerie op poten zetten. We openden de galerie met de eerste solotentoonstelling van Richard Tuttie in België. Vervolgens passeerden ook Roger Raveel, Robert Cambas en Futura 2000 de revue. Bernard Marcelis vertelde me dat hij iemand gevonden had voor de galerie van Gent en inderdaad, op een dag kwam hij een knappe jonge man voorstellen. Hij had net zijn diploma behaald aan de Universiteit van Leiden en zocht werk. Die man was Chris Dercon. Hij deed werkelijk alles : hij was directeur, conciërge, maar nam even goed emmer en dweil in de hand om de vloer schoon te maken. Uiteraard bleef de uiteindelijke keuze van de kunstenaars in handen van Yvon Lambert en mezelf, maar Chris had zeker inspraak. Het is trouwens dankzij hem dat we een Limburgse kunstenaar tentoon stelden, Walter Daems genaamd,en ook Piet Dieleman en Volkert Tannert………
uit: Nothing is Permanent Albert Baronian, Brussel 2009